Inleiding
Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO) duurt zes jaar en bereidt leerlingen voor op een studie aan het wetenschappelijk onderwijs (WO). Een school beslist zelf of zij een leerling toelaat. Veel scholen doen dit op basis van het schooladvies van de basisschool, de score van de cito-toets of een eigen toelatingstest.
Verplichte vakken onderbouw
Verplichte vakken in de onderbouw (leerjaar 1, 2 en 3) VWO zijn:
- Nederlandse taal en literatuur
- Engelse taal en literatuur
- Moderne vreemde taal
- Rekenen
- Maatschappijleer
- CKV of Klassieke culturele vorming
- Lichamelijke opvoeding
Verplichte vakken bovenbouw
Iedere VWO-leerling heeft de volgende verplichte vakken in de bovenbouw (leerjaar 4, 5 en 6):
- Nederlandse taal en literatuur
- Engelse taal en literatuur
- Rekenen
- Maatschappijleer
- CKV
- Lichamelijke opvoeding
- Tweede vreemde taal
Profielen bovenbouw
In de bovenbouw van het VWO kiest de leerling uit vier richtingen (profielen):
- Natuur en techniek
- Natuur en gezondheid
- Economie en maatschappij
- Cultuur en maatschappij
Per profiel zijn er twee of drie verplichte vakken:
Natuur en techniek
- Wiskunde B
- Natuurkunde
- Scheikunde
Natuur en gezondheid
- Wiskunde A
- Biologie
- Scheikunde
Economie en maatschappij
- Wiskunde A
- Economie
- Geschiedenis
Cultuur en maatschappij
- Wiskunde C
- Geschiedenis
Naast de verplichte vakken in het profiel, moet elke leerling één of twee profielkeuzevakken en één vak in het vrije deel doen. Ook moet iedere VWO-leerling verplicht het profielwerkstuk maken. Uiteindelijk doen VWO-leerlingen in acht vakken eindexamen. De andere vakken ronden leerlingen af met een schoolexamen.
bron: www.rijksoverheid.nl